Tabel medeverantwoordelijkheid

Wettelijke verplichtingen voor rekening van opdrachtgever, de tussenpersoon en de verlader Controle TRANS-VERIF Controle van de bevoegde instanties Consequenties en boetes
BTW Nagaan wat de status is van de btw-plichtige met het oog op de btw-aftrek Nagaan wat de status is van de btw-plichtige met het oog op de btw-aftrek - Btw-controle
- Controle bedrijfsbelastingen
Btw-aftrek op straffe van btw-teruggave
+ boete
- afwijzing van de vracht
PLAAT Nagaan of het voertuig gemachtigd is voor het vervoer van goederen Vóór de uitvoering van het vervoer, nagaan of een conform verklaard afschrift van de vergunning afgegeven werd en of de nummerplaat wel degelijk overeenkomt met een voertuig gemachtigd voor het vervoer van goederen door derden Controle op de weg Beslag op het voertuig en de goederen op de weg (openbare weg) door een instantie met een gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar en een boete van € 500 tot € 50.000
GOEDKEURING VAN VERVOER Nagaan of de vervoerder een geldige licentie bezit Nagaan of de vervoerder een geldige licentie bezit Permanent risico Medeverantwoordelijkheid (art. 43 l15/7/13), wat kan leiden tot een gevangenisstraf van 8 dagen tot 1 jaar en een boete van € 500 tot € 50.000
Wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg





HOOFDSTUK 3. — Strafbepalingen

 

Art. 41. § 1. Worden gestraft met geldboete van 50 euro tot 250 euro, vermeerderd met de opdeciemen, zij die de volgende bepalingen van deze wet of haar uitvoeringsbesluiten overtreden :

1° de krachtens artikel 28, 4° en 6°, door de Koning vastgestelde regels betreffende de afgifte, de vervanging, de vernieuwing, de schrapping en de geldigheid van de vergunningen en de bestuurdersattesten;

2° de krachtens artikel 15, 5°, door de Koning vastgestelde verplichtingen van de borgen in geval van afneming op de borgtocht en in geval van vermindering of opzegging van de borgtocht;

3° de eventueel krachtens artikel 28, 9°, door de Koning vastgestelde verplichting tot het verstrekken van statistische gegevens;

4° de door artikel 29 vastgestelde verplichting een vrachtbrief op te maken en de eventueel daarmee gepaard gaande bijkomende regels vastgesteld door de Koning.
  • 2. Onverminderd de artikelen 269 tot 274 van het Strafwetboek, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van 1.250 euro tot 50.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen, of met een van deze straffen alleen, zij die op enigerlei wijze het toezicht op de naleving van de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten belemmeren of verhinderen.
  • 3. Worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van 500 euro tot 50.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen, of met één van deze straffen alleen, zij die de volgende bepalingen van de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten overtreden :
1° de verplichting houder te zijn van een geldige vergunning en van een geldig bestuurdersattest overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van de Verordening (EG) nr.1072/2009, de artikelen 16, 18, 21 en 27 van deze wet, evenals, in de door de Koning bepaalde gevallen, krachtens artikel 6, derde lid en artikel 28, 2° van deze wet; 2° de bij artikel 4 van de Verordening (EG) nr.1071/2009 en de eventuele krachtens artikel 6, tweede lid,van deze wet vastgestelde voorschriften inzake de vervoersmanager; 3° de meldingsplicht als bedoeld in artikel 11 en de krachtens artikel 13, 6°, a) en b), door de Koning vastgestelde termijnen inzake de vervoersmanager; 4° de verplichting houder te zijn van een geldige communautaire vergunning en een geldig bestuurdersattest om cabotage te verrichten overeenkomstig artikel 8, lid 1, van de Verordening (EG) nr.1072/2009; 5° de door artikel 8, leden 2 en 3, van de Verordening (EG) nr.1072/2009 vastgestelde regels betreffende de voorwaarden waaronder cabotage mag worden verricht; 6° de krachtens artikel 28, 5°, door de Koning vastgestelde verplichting om de vergunningen en de bestuurdersattesten terug te geven die het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot intrekking; 7° de verplichting inlichtingen of documenten te verstrekken overeenkomstig de artikelen 30, § 1 of 31.
  • 4. Worden gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot drie jaar en veroordeeld tot ontzetting van hun rechten overeenkomstig artikel 33 van het Strafwetboek, zij die een vergunning of bestuurdersattest namaken of van een nagemaakte vergunning of bestuurdersattest gebruik maken.
  Art. 42. § 1. Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van zwaardere straffen voorzien in het Strafwetboek, worden gestraft met een gevangenisstraf van één maand tot twee jaar en met geldboete van 1.000 euro tot 20.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen, zij die willens en wetens onjuiste of onvolledige inlichtingen hebben verstrekt of hebben doen verstrekken of zij die willens en wetens onjuiste of onvolledige verklaringen hebben gedaan om een vergunning of een bestuurdersattest voor zichzelf of voor een ander te verkrijgen of te behouden.
  • 2. De verstrekking door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg van de in paragraaf 1 bedoelde inlichtingen of verklaringen wordt bestraft met geldboete van 50 euro tot 500 euro, vermeerderd met de opdeciemen.
  • 3. De verjaring van de strafvordering vangt aan vanaf het einde van het gebruik van de vergunning of het bestuurdersattest die werd verkregen of behouden door middel van het verstrekken van de in paragraaf 1 bedoelde inlichtingen of verklaringen.
  • 4. De rechter die een persoon veroordeelt, zelfs voorwaardelijk, als dader van of als medeplichtige aan het in paragraaf 1 bedoelde strafbare feit, kan zijn veroordeling gepaard doen gaan met het verbod om, persoonlijk of door een tussenpersoon, het beroep van wegvervoerondernemer als bedoeld in artikel 11, § 9, uit te oefenen, of, in voorkomend geval, van het verbod om zijn getuigschrift of bewijs van vakbekwaamheid voor een in artikel 11, § 9, bedoelde wegvervoeronderneming te doen gelden voor een periode van ten minste één jaar en maximum drie jaar.
  • 5. Elke overtreding van het in paragraaf 4 gestelde verbod wordt bestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot één jaar en met geldboete van 1.000 euro tot 10.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen.
  Art. 43. § 1. Worden gestraft met de straffen bepaald in artikel 41, § 3 : 1° volgens het geval, de opdrachtgever, de vervoerscommissionair of de commissionair-expediteur indien zij, op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst voor het vervoer van goederen waarop de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn, hebben nagelaten, zelfs door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, zich ervan te vergewissen dat de vervoersonderneming beschikt over een geldige vergunning; 2° de verlader indien hij, vóór de uitvoering van een vervoer van goederen waarop de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn, heeft nagelaten, zelfs door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, zich ervan te vergewissen dat een gewaarmerkt afschrift van de vergunning werd afgegeven.
  • 2. De verlader wordt gestraft met de straffen bepaald in artikel 41, § 1, indien hij, vóór de uitvoering van een vervoer van goederen waarop de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn, heeft nagelaten, zelfs door gebrek aan voorzichtigheid of voorzorg, zich ervan te vergewissen dat de vereiste vrachtbrief werd opgemaakt.
  • 3. De opdrachtgever, de verlader, de vervoerscommissionair of de commissionair-expediteur van een vervoer van goederen waarop de communautaire regelgeving, deze wet of haar uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn, worden op dezelfde wijze gestraft als de daders van de hierna genoemde inbreuken indien zij instructies hebben gegeven of daden hebben gesteld die tot deze inbreuken hebben geleid :
1° de overschrijding van de toegelaten massa's en afmetingen van de voertuigen of slepen; 2° de niet-naleving van de voorschriften betreffende de veiligheid van de lading van de voertuigen; 3° de niet-naleving van de voorschriften betreffende de rij- en rusttijden van de bestuurders van voertuigen; 4° de overschrijding van de toegestane maximumsnelheid van de voertuigen; 5° de niet-naleving van de voorschriften inzake cabotage over de weg.
  • 4. De vervoerder, de opdrachtgever, de vervoerscommissionair of de commissionair-expediteur worden gestraft met de straffen bepaald in artikel 41, § 3, indien zij een vervoer hebben aangeboden, verricht of laten verrichten, tegen een ongeoorloofd lage prijs.
Onder "ongeoorloofd lage prijs" dient te worden verstaan een prijs die onvoldoende is om tegelijkertijd te dekken : — de niet te vermijden posten van de kostprijs van het voertuig, in het bijzonder de afschrijving of de huur, de banden, de brandstof en het onderhoud; — de kosten voortvloeiende uit wettelijke of reglementaire verplichtingen, in het bijzonder sociale, fiscale, verzekerings- en veiligheidskosten; — de kosten voortvloeiende uit het bestuur en de leiding van de onderneming.   Art. 44. De houder van een nationale of communautaire vergunning of, in voorkomend geval, van een krachtens artikel 6, derde lid, afgegeven vergunning, die nalaat de in artikel 23 bedoelde retributies te betalen, wordt gestraft met een geldboete gelijk aan tienmaal het bedrag van de niet betaalde retributies.   Art. 45. § 1. Alle bepalingen van boek I van het Strafwetboek, waaronder hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op alle in dit hoofdstuk bepaalde inbreuken.
  • 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 56 van het Strafwetboek, mag de straf in geval van herhaling binnen de twee jaar na de veroordeling echter niet lager zijn dan het dubbele van de straf die vroeger wegens dezelfde inbreuk werd uitgesproken, tenzij de rechter van oordeel is dat er verzachtende omstandigheden kunnen in aanmerking worden genomen.
  • 3. Bij veroordeling wegens vervoer van goederen tegen vergoeding verricht met een voertuig waarvoor geen vergunning of bestuurdersattest werd afgegeven overeenkomstig de bepalingen van de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten :
1° kan de rechter de verbeurdverklaring of de tijdelijke vastlegging van het voertuig bevelen;bij tijdelijke vastlegging bepaalt de rechter hoe lang die zal duren en op welke plaats het voertuig, op kosten en op risico van de eigenaar, aan de ketting zal worden gelegd; 2° worden de schadevergoedingen toegekend aan de burgerlijke partij, bevoorrecht op het voertuig dat voor het plegen van het misdrijf heeft gediend.Dit voorrecht neemt rang in onmiddellijk na het voorrecht bedoeld in artikel 20, 5°, van de hypotheekwet van 16 december 1851.
  • 4. In afwijking van artikel 43, eerste lid, van het Strafwetboek kan de verbeurdverklaring van het voertuig wegens inbreuk op de communautaire regelgeving, deze wet en haar uitvoeringsbesluiten slechts in het in paragraaf 3 bepaalde geval worden uitgesproken.
  • 5. De politierechtbanken zijn bevoegd om kennis te nemen van de in artikel 41, §§ 1, 2 en 3, en de in de artikelen 43 en 44 bedoelde misdrijven.
 
Switch The Language